maandag 14 december 2009

WINDSTIL

Na 6 weken, 4 deadlines en 42 dagen op rij waarin ik van 's morgens 9u tot na middernacht gewerkt heb, is er eindelijk weer wat tijd voor mezelf. Al is dat relatief. Met twee kids, een gigantische verbouwing en de feestdagen in aantocht zijn persoonlijke vrije tijd en ruimte schaarse goederen. Maar zo ben ik het gewend. En veel anders zou ik het wellicht niet willen. Teveel tijd om na te denken doet mij nooit goed.

Tussentijdse balans.
Na de brulpartij van oktober is er een nieuw soort evenwicht ontstaan tussen mij en the bastard.
Op de een of andere manier heeft mijn woede dan toch de lucht gezuiverd (duh), waardoor er - heel voorzichtigjes - knoppen van hoop zijn ontstaan. Er is een gewicht van mijn hart en schouders afgegleden dat heeft plaatsgeruimd voor minder verwoestende gevoelens. De wil om samen verder te gaan en de overtuiging dat dit weer tot de mogelijkheden hoort, is bijna tastbaar.

Waarom wil dit verrekte lijf dan niet meer mee?
Het moet en zal alcohol krijgen. Elke avond. Op straffe van slapeloosheid, stressopstoten en dwanggedachten die me in de stilte van de nacht tot een piekerend hoopje huilerige ellende reduceren.
Het is niet meer zo te porren voor vier-vijf keer seks per week en wil al helemaal niet zo gemakkelijk meer klaarkomen.
Het kan zich niet meer concentreren en heeft grote moeite met het nemen van beslissingen en het ondernemen van actie, ook als het om iets banaals gaat, zoals een briefje pennen voor de juf.
Het kent geen rust. Er is veel te doen en dus loop ik me suf van het ene klusje naar het andere, maar net als in de voor mij typische nachtmerries, geraak ik geen centimeter vooruit, hoezeer ik mijn hele lijf ook vooruit probeer te gooien.
Het is niet meer geïnteresseerd in eten en weigert dan ook botweg om smaakpapillen in te zetten bij het nuttigen van voedsel, maar slaat in onbewaakte ogenblikken wél gemakkelijk heeldere chocolade ventjes naar binnen.
Het kan niet meer lief zijn voor kleine vogel, die me met haar nachtelijk gespook totaal ontregelt en me met dikke ogen en een wazige kop naar het werk stuurt.
Het heeft te lijden onder zenuwtrekjes in de voeten en een stijve rug die enkel maar verdwijnen als ik alleen ben, thuis, met de kids, zonder hém.

Maar dan voel ik me wel weer alleen en bang.
Kan niet zonder, kan niet mét.
Wordt dat het verhaal van mijn leven?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten