maandag 14 december 2009

WINDSTIL

Na 6 weken, 4 deadlines en 42 dagen op rij waarin ik van 's morgens 9u tot na middernacht gewerkt heb, is er eindelijk weer wat tijd voor mezelf. Al is dat relatief. Met twee kids, een gigantische verbouwing en de feestdagen in aantocht zijn persoonlijke vrije tijd en ruimte schaarse goederen. Maar zo ben ik het gewend. En veel anders zou ik het wellicht niet willen. Teveel tijd om na te denken doet mij nooit goed.

Tussentijdse balans.
Na de brulpartij van oktober is er een nieuw soort evenwicht ontstaan tussen mij en the bastard.
Op de een of andere manier heeft mijn woede dan toch de lucht gezuiverd (duh), waardoor er - heel voorzichtigjes - knoppen van hoop zijn ontstaan. Er is een gewicht van mijn hart en schouders afgegleden dat heeft plaatsgeruimd voor minder verwoestende gevoelens. De wil om samen verder te gaan en de overtuiging dat dit weer tot de mogelijkheden hoort, is bijna tastbaar.

Waarom wil dit verrekte lijf dan niet meer mee?
Het moet en zal alcohol krijgen. Elke avond. Op straffe van slapeloosheid, stressopstoten en dwanggedachten die me in de stilte van de nacht tot een piekerend hoopje huilerige ellende reduceren.
Het is niet meer zo te porren voor vier-vijf keer seks per week en wil al helemaal niet zo gemakkelijk meer klaarkomen.
Het kan zich niet meer concentreren en heeft grote moeite met het nemen van beslissingen en het ondernemen van actie, ook als het om iets banaals gaat, zoals een briefje pennen voor de juf.
Het kent geen rust. Er is veel te doen en dus loop ik me suf van het ene klusje naar het andere, maar net als in de voor mij typische nachtmerries, geraak ik geen centimeter vooruit, hoezeer ik mijn hele lijf ook vooruit probeer te gooien.
Het is niet meer geïnteresseerd in eten en weigert dan ook botweg om smaakpapillen in te zetten bij het nuttigen van voedsel, maar slaat in onbewaakte ogenblikken wél gemakkelijk heeldere chocolade ventjes naar binnen.
Het kan niet meer lief zijn voor kleine vogel, die me met haar nachtelijk gespook totaal ontregelt en me met dikke ogen en een wazige kop naar het werk stuurt.
Het heeft te lijden onder zenuwtrekjes in de voeten en een stijve rug die enkel maar verdwijnen als ik alleen ben, thuis, met de kids, zonder hém.

Maar dan voel ik me wel weer alleen en bang.
Kan niet zonder, kan niet mét.
Wordt dat het verhaal van mijn leven?

maandag 26 oktober 2009

HET GEZELSCHAP VAN VREEMDEN

http://www.psychologiemagazine.nl/web/Forums/Forums-Relaties/Forum-Na-de-affaire.htm

Had ik dit forum een jaar geleden maar gevonden.
Dan had ik me toen misschien niet zo verdomd verlaten gevoeld. Eenzaam en kapot.
Moederziel alleen met mijn prachtige pasgeborene in mijn armen en tranen op mijn wangen.
En iedereen maar kirren van "Oooooooh, wat moet jij nu toch écht aan het genieten zijn!"
"Jahaaa", was mijn standaard antwoord. Een glimlach gebeiteld op de lippen en de tanden stevig op elkaar geklemd.
Aan de pijn gaf ik pas toe op momenten dat ik alleen was. Alleen met haar.
Mijn jongste kind heeft me in haar eerste vier maanden meer zien huilen dan enig ander mens op deze aardbol in mijn hele leven.
En heeft met haar babyhaartjes meer tranen opgevangen dan ik hoop dat ze ooit nog te verduren zal krijgen.

Zoveel verhalen. Zoveel zielepijn.
Mijn hart bloedt als ik lees wat mensen die van elkaar houden mekaar kunnen aandoen.
En tegelijkertijd trekt het me aan. Als een magneet.
Omdat ik wil weten.
Begrijpen.
Snappen.

vrijdag 23 oktober 2009

WAAR IS DE LIEFDE?

Een ongeluk komt zelden alleen. En dus hebben we sinds een week of drie nog wat andere sores aan onze kop. Een gemeenschappelijke vijand.
Tijd om de rangen te sluiten.
En samen te vechten, als vanouds.

En net daar loopt het mis.
We staan paraat, doen ons best, halen het onderste uit de kan om hier met z'n viertjes heelhuids uit te geraken.
Maar de bezieling is weg.
De vonk is gedoofd.
En zoveel is verloren gegaan...

Kleine gebaren.
Liefdevolle blikken.
Steuntjes in de rug.
Briefjes in de brooddoos.
Oprecht inzitten met elkaar.
Telefoontjes die dieper gaan dan 'oewist?' en "ça va".
Het vaste geloof dat het allemaal wel goed zal komen.
Het vanzelfsprekende gevoel van geliefd en gewild te zijn.
De gedachte die eerst naar de ander uitgaat, dan pas naar jezelf.
De wil om voor de ander door het vuur te gaan, wat de gevolgen ook mogen zijn.

De liefde, die hier ooit zo allesomvattend aanwezig was, heeft ons huis verlaten.
En dàt is wat hij mist.

Ik weet het zo goed omdat ik ze ook mis...

woensdag 14 oktober 2009

TWEE REDENEN MINDER OM MEZELF TE HATEN

Ik heb hem geslagen. En verrot gescholden. En heel hard geschopt.
Ik heb de buren opgeschrikt met een door merg en been gaande oerkreet, gebruld tot mijn keel pijn deed (nu nog altijd) en alles eruit gegooid wat mijn ziel al maandenlang pijnigt.
Waarom? Waarom nu?

Omdat hij gisteravond het lef had me te vertellen dat hij 'de liefde mist'.
Hij was van mening dat alles na een jaar wel weer terug bij het oude zou moeten zijn.
En vond dat ik hem de liefde niet mocht ontzeggen waarop hij al die andere jaren samen wel had kunnen rekenen.
De vele constructieve gesprekken, attente gebaren, hartstochtelijke vrijpartijen, lieve koosnaampjes en sms-jes, herhaalde "ik hou nog altijd van jou's" en dies meer volstaan blijkbaar niet als teken van mijn goeie wil.
Nee, hij wil alles.
Zoals het vroeger was.
De lul.

Alsof ik dat ook niet liefst zou willen.
Alsof het een tactiek van me is om hem nét dat ene niet te geven waarvan ik weet dat hij niet zonder kan.
Alsof een hart zomaar op bevel genezen kan.
Alsof vertrouwen tegen een deadline hersteld kan worden.

Er hangen rafels aan mijn ziel en mijn hart is diepgevroren.
En met hoeveel stoelen hij ook gooit, hoeveel boodschappen hij met verf ook op de grond kladt, hoe hard hij ook op de tafel klopt, hoe kwaad hij me ook bekijkt en hoe bitter hij me ook toespreekt...
ik heb niet de macht (of kracht) om daaraan iets te veranderen.

donderdag 8 oktober 2009

STORINGEN

Zowel in mijn kop als op deze site.
Het enige wat nog lijkt te helpen is vergetelheid.

’s Morgens proberen niet teveel de grumpy mama te zijn waar kleine vogel zo’n hekel aan heeft.

Overdag werken, werken, werken. Middagpauzes, koffieklatsj? Niet meer aan mij besteed. Gelukkig hèb ik veel werk.

En 's avonds? The bastard zei me gisteren dat het internet me blijkbaar meer troost biedt dan hij. Hoe triest ik het ook vond, ik kon het niet ontkennen.

vrijdag 2 oktober 2009

PARTY LIKE IT'S 1988

The bastard wil naar een feestje. Van een oude vriendin (die ik ken omdat haar zoontje op dezelfde school zit als kleine vogel). Net dat ene weekend dat ik in het buitenland zit. Om een andere oude vriendin (die ik niet ken) terug te zien. Er is nooit wat tussen hen gebeurd, vertelt hij me, ze waren gewoon dikke vrienden. Ze vraagt blijkbaar geregeld naar ‘m en hij zou haar nog wel eens willen terugzien.

For old times’ sake. Niks meer.

Moet ik dat nu écht geloven?

maandag 28 september 2009

VERZOEKNUMMER

Ik HAAT mezelf

Omdat ik ergens, diep vanbinnen, altijd al wist dat er iets fishy was aan heel hun vriendschap, maar dat buikgevoel nooit betrouwd heb.
Omdat ik ze hierdoor kansen geboden heb die er anders niet geweest waren.
Omdat ik ooit, lang geleden, eens een telefoontje heb afgeluisterd tussen haar en the bastard, maar niet lang genoeg gewacht heb tot ze in intimiteiten vervielen. (Ik betreur m.a.w. niet dat ik hen afgeluisterd heb, maar wel dat ik het niet lang genoeg volgehouden heb)

Omdat ik, ondanks mijn buikgevoel, er een punt van gemaakt heb om mijn huis voor haar open te stellen en haar welkom te heten.
Omdat ik me er schuldig over voelde toen ik er maar niet in leek te kunnen slagen om de spanning die haar bezoek met zich meebracht te laten verdwijnen.

Omdat ik het maar niet lijk te kunnen laten haar naam te googelen op zoek naar een teken van leven.
Omdat ik haar dus niet zomaar van mijn harde schijf lijk te kunnen wissen.
Omdat ik haar niet uitgehoord of uitgescholden heb toen ik er de kans toe had, maar dichtklapte telkens ik haar stem hoorde.
Omdat ik de moed maar niet lijk te kunnen vinden om de telefoon te nemen, haar (inmiddels geheime) telefoonnummer in te toetsen en dat alsnog te doen.

Omdat ik zelfs niet één keer serieus woedend ben kunnen worden op the bastard maar al die kwaadheid binnenwaarts gekeerd heb.
Omdat ik hem niet verrot geslagen heb toen hij me erom vroeg.
Omdat ik niet tegen de gedachte kan dat ik zonder hem verder zou moeten.
Omdat mijn hart een ijspegel geworden is en ik me afvraag hoeveel ik nog écht kan voelen.

Omdat ik blijkbaar niet genoeg was (ben?) om mijn vent geboeid te houden.
Omdat ik in mijn eigen ogen gefaald heb door zijn fout hoewel ik intussen eigenlijk wel weet dat het niet mijn falen was maar het zijne.
Omdat ik blijf zitten met een hoop onbeantwoorde vragen waarop ik nooit, van niemand een bevredigend antwoord op zal krijgen.
Omdat ik degene ben die blijft zitten met de brokstukken, in mijn leven en mijn ziel.
Omdat ik troost gezocht heb waar ik wist dat ik hem niet moest zoeken: in drank en aanverwanten.

Last but surely not least: omdat ik altijd al een hekel heb gehad aan haar smoelwerk maar daar nooit één ferme lap op gegeven heb.

Voilà, op aanvraag, een kleine greep uit het arsenaal aan redenen om mezelf te haten.
En vóór u het vraagt: ja, ik haat ook hèm.

woensdag 16 september 2009

ZIJ

Ik HAAT the bitch.

Om wat ze met hem uitspookte terwijl ze ook mij heel goed kende.

Omdat ze het waagde na de geboorte van ons eerste kind bij ons thuis op bezoek te komen en een rotkadootje mee te brengen dat ik niet eens wilde maar waarvoor ik wél dankbaar moest zijn.

Omdat ik dacht dat de spanning die ons huis toen vulde volledig aan mij te wijten was en ik me daar schuldig over voelde.

Om haar kuttiming, die haar aanspoorde alles op te biechten toen ik amper 5 weken bevallen was van ons tweede kind en dus extra kwetsbaar was door al die hormonen die door mijn lijf raasden.

Omdat ze dit enkel en alleen deed om ons uit elkaar te drijven, zonder ook maar 1 seconde stil te staan bij wat dit zou kunnen betekenen voor onze kinderen. Hààr kinderen bleven buiten schot.

Omdat ik het maar niet lijk te kunnen laten haar naam te googelen op zoek naar een teken van leven, hoewel ze cyberspace en ons leven verliet zonder één spoor na te laten.

Omdat ik haar dus niet zomaar van mijn harde schijf lijk te kunnen wissen en dat me vreselijk frustreert.

Omdat 16 september voortaan voor mij altijd gelinkt zal zijn aan dat ene moment, één jaar geleden, toen ik, nog high van mama-endorfines, mijn hele wereld in elkaar zag stuiken en bleef zitten met de brokstukken van een zorgeloos bestaan.

woensdag 9 september 2009

GROEI GROEI GROEI

De waarheid is dat het tussen mij en the bastard de laatste tijd behoorlijk goed gaat. Na inktzwarte periodes van vervreemding, onbegrip, pijn, woede, verdriet, zwelgen in bier en wijn en alles wat er verder maar voorhanden is, wrok en afkeer … is er berusting gekomen. Aanvaarding. Relativering.

We hebben elkaar terug ontmoet, iets verder dan halverwege.
En deze ontmoeting bleek… aangenaam. Een bewijs dat ik me de band die tussen ons bestaat niet heb ingebeeld, ondanks wat ik het afgelopen jaar allemaal gedacht heb. En dat die band de tsunami overleefd heeft, ondanks wat ik verwacht had.

We beginnen elkaar opnieuw te leren kennen, doen ons best om de harmonie terug te vinden, proberen de draad op te pikken waar we hem verloren zijn. Niet simpel, maar toch heb ik het gevoel alsof er een ondraaglijk zware last van mijn schouders af gevallen is. Feit is dat de reis me weer een stuk beter afgaat.

Is this it, dan?
Zijn we erdoor?
Gaan we de eindstreep halen?
Dat weet ik niet. De tijd zal het uitwijzen.

Ik weet wel dat ik het gebeurde nooit meer zal vergeten en dat ik een stuk naïviteit verloren ben. Een brok gerustheid ook. Een portie vanzelfsprekendheid. Een hele hoop vertrouwen. Misschien zelfs een stukje van mijn hart.
Maar wie weet, wellicht kan daar ooit iets anders voor in de plaats komen. Misschien is dat zelfs al aan het gebeuren…

Ik ben gegroeid.
In emotioneel opzicht.
En alle groei is goed.
In het leven kan je alle kruimeltjes wijsheid gebruiken die je op je pad tegenkomt.
En ik heb heelder boterhammen vergaard.
Dan komt er dus toch nog iets goeds voort uit deze helse episode…

donderdag 3 september 2009

OPNIEUW LEREN VLIEGEN

Hier schrijven is dubbelzinnig geworden. Enerzijds moeite doen om een relatie uit het slop te halen, anderzijds blijven hangen bij de negativiteit, het brengt je geen stap vooruit. En dat is net wat ik wil, uit deze kuil geraken die me al zo lang het zicht lijkt te ontnemen op het echte leven dat rondom mij gewoon verder gaat en op het pad dat ik aan het bewandelen was toen de grond onder mijn voeten wegzakte. Ik heb de waarheid over ons leven vernomen op 16 september, nu bijna een jaar geleden, het wordt tijd om dingen te gaan begraven voor de rottende stank me bedwelmt. Als ik kans zie de kuil achter me te laten blijkt ze misschien net groot genoeg om alles in te dumpen en keurig netjes met aarde te bedekken. Zodat er iets nieuws kan groeien. Iets onverwachts. Wie weet, misschien wel iets moois?

Tijd heeft invloed op alles en iedereen, en de vrouw van nu is iemand anders dan het meisje dat ik vorig jaar nog was. Toen de hemel op mijn kop kwam vallen. Toen ik elk moment van de dag hoopte dat er iemand, eender wie, uit het niets zou opduiken die zou roepen “Verborgen camera, was dit niet om je te bescheuren?!” Toen ik babyvogel volledig gebroken en in een waas van tranen (ik, niet zij) voor het eerst in de crèche moest achterlaten. Toen ik me met de moed der wanhoop naar kantoor sleepte en vijf keer per dag naar het toilet moest racen om mijn hete tranen te verstoppen. Toen ik niet naar mijn kinderen kon kijken zonder mijn maag te voelen verkrampen van pijn, onbegrip en woede. Toen ik radeloos en met mijn hart op het puntje van ontploffen deze blog begon. Toen ik op zoek blééf gaan naar dingen die me uiteindelijk alleen maar ongelukkig maakten.

Ik heb (relatieve) rust gevonden; troost en steun in een nieuwe vriendschap met iemand die niet één maar twee keer in dezelfde positie verkeerd heeft; vrede met de wereld en in zekere mate zelfs met mezelf. Het leven heeft me enkele belangrijke lessen door de strot geramd en ik heb eindelijk de tijd genomen om te luisteren. Zoals het feit dat ik zelf de bron was van de negativiteit en stress waaraan ik zo wanhopig probeerde te ontsnappen. Dat ik de weg naar mijn eigen genezing blokkeerde door me vast te houden aan denkwijzen en gedragingen die me meer schade berokkenden dan dat ze me hielpen. Dat mijn pijn en woede me nergens brachten, en dat het tijd werd om ze te rusten te leggen en een nieuwe weg in te slaan. Dat ik de verleiding moest weerstaan om een slachtoffer te blijven en moest kijken naar wat ik kan doen in plaats van verstrikt te blijven zitten in onbegrip, angst en beschuldigingen. Dat ik me moest omringen met mensen die het beste in me naar buiten brengen en die voorkomen dat ik binnenin verdroog en verkruimel. Dat ik genoeg integriteit moest leren op te brengen om op de best mogelijke manier voor mezelf te zorgen, omdat niemand er wat aan heeft als je je krachten laat wegsijpelen. Dat ik me moest zien te herinneren wanneer ik het meest gelukkig was, het meest tevreden, het meest vredevol, en dat ik mezelf tijd en toestemming moet geven om te genieten van de dingen die mijn hart doen zingen. Dat ik de stemmen in mijn hoofd moest muilkorven die me willen doen geloven dat ik altijd faal en dat ik het niet waard ben. Dat ik best wel hulp kan en mag vragen. Dat ik moest leren ontvangen. En dat ik me open moest stellen voor de komst van betere tijden.
Omdat die écht wel zullen komen.

donderdag 6 augustus 2009

GROW UP

WAAROM MANNEN OVERSPEL PLEGEN

Steeds meer mensen plegen overspel. Maar mannen en vrouwen doen het om volledig andere reden. Psychotherapeut Neuman ontdekte uit onderzoek wat mannen bij andere vrouwen dan hun vaste partner zoeken.

Niet vanwege seks
Veel vrouwen veronderstellen dat mannen ontrouw zijn uit seksuele ontevredenheid, meldt gezondheidsnet.be. Maar onderzoek van psychotherapeut Gary Neuman bij 200 mannen toonde aan dat slechts acht procent een affaire begon om dat hij niet tevreden was over zijn seksleven. Ontrouwe mannen hebben nood aan bevestiging en affectie. Ze willen weer gewaardeerd worden en ontdekken dat ze nog goed in de markt liggen. Vinden ze geen appreciatie bij hun vrouw, gaan ze dit eerder bij een ander zoeken dan dat ze het zelf aan hun partner zullen vragen.


Schuldgevoel
Vrouwen denken vaak dat hun ontrouwe partner niet met een schuldgevoel kampt na zijn daden. Uit hetzelfde onderzoek van Neuman blijkt dat 66 procent van de mannen zich schuldig voelt over zijn affaire. Maar ze zijn goed in het verbergen en blokkeren van deze emoties. Ze voelen zich dus wel slecht ten opzichte van hun vrouw, maar ze zullen hier pas later iets mee doen.


Minnares aantrekkelijker?
Na ontrouw zijn heel wat vrouwen extra onzeker, omdat ze denken dat hun partner zijn minnares mooier vindt dan zij. Maar uit het onderzoek bleek dat dit bij slechts 12 procent van de overspelige mannen het geval is. Ze willen eerder met hun affaire een emotionele leegte vullen. (ep - artikel uit Nina, 27/5/2009)


Oké, ik mag de opmerkingen van sommige ‘vriendinnen’ als zouden ‘overspelige echtgenoten vast wel iets tekort komen in bed’ dus verticaal klasseren (alsof ik dat zelf niet allang wist).En nee, als ik eerlijk ben: ook the bitch was niet knapper dan ik (in mijn ogen dan, maar misschien hebben sommigen een voorkeur voor tientonners). Maar bij die ‘emotionele leegte’ voel ik me dan weer niet zo goed. Anderzijds, ‘ze willen ontdekken dat ze nog goed in de markt liggen’, komt het dan altijd op hetzelfde neer? Mannen, word toch eens eindelijk volwassen!

woensdag 5 augustus 2009

ZOMER IN MIJN HOOFD

Tijd, een enorm groot luisterend oor, veel ikke-tijd, een flinke voorraad witte wijn, lange zomeravonden, zongebruinde kinderlijfjes, een festivalleke like in the good old days… en ja, ik voel me stilletjes aan heropleven. Voorzichtig en bibberend als een platgetrapte grasspriet, maar met het hoofd resoluut richting zonlicht. Ook als het doel van alles je even ontgaat, kan de reis nog best aangenaam zijn.
Ik laat me niet zomaar kisten.

donderdag 16 juli 2009

VAKANTIE!

Voor het eerst in maanden is hij een aantal nachten van huis weg. Voor de allereerste keer sinds we samen zijn weet ik dat ik hem geen seconde zal missen.

The bastard is met kleine vogel gaan kamperen. Een dag eerder dan gepland, omdat het weer zo mooi was. En natuurlijk was ik weer degene die gisteren begon in te pakken voor de trip. Eerder deze week had ik al een paklijst gemaakt, en gisteren rond 11 uur ’s avonds kwam ik tot het besef dat ik ook weer degene was die stond te zwoegen en zweten. Terwijl het niet eens mijn vakantie was! Toen hij dan ook nog een verwijt mijn richting uit stuurde, besloot ik dat het welletjes was. Ik ben stilletjes gaan zitten met mijn glaasje wijn en heb hem verder laten sukkelen.
En ja, sukkelen is wel degelijk het woord. De vakantiegangers zijn sinds vanochtend vertrokken en ik heb al twee paniekerige telefoons mogen ontvangen
1) met de vraag of de slaapvriendjes van kleine vogel wel ingepakt waren (natuurlijk wel!) en
2) met de mededeling dat hij erin geslaagd was de eenpersoonsluchtmatras mee te nemen in plaats van het duo-exemplaar.
Well done, honey.
Ik ben al blij dat ik de spullen van kleine vogel zelf ingepakt heb, zodat het háár tenminste aan niks zal ontbreken.
(update: het zakje met haar basketters en rubber laarzen is blijven staan en dus zal ze het enkel met crocs moeten doen)

Verder: eindelijk tijd en ruimte voor broodnodige rust in mijn hoofd. Mijn chronische maagpijn is op dit moment al stukken beter…
En ik kijk ernaar uit om vanavond tot op een onverantwoord uur na bedtijd met babyvogel te kunnen spelen.

maandag 13 juli 2009

DAG VREEMDE MAN

Zilte lucht, lampionnenfeest, zomer avond zee.
Wolkenflarden neveltinten, ga je met me mee.
Vertrouwde blik, verstrengelde handen, ademloos met twee.
Gejaagde woorden, het pad verdwijnt, geluk van lang gelee.

Een zachte bonk en triptraptrop.
Een kleine vogel staat al op.
O nee, denkt mama loom.
Daar gaat hij dan, mijn droom.

Betekent het iets dat ik in mijn dromen liefde vind bij een ander?
Iemand die me enorm vertrouwd voorkomt maar zich niet bekend wil maken.
En dat terwijl ik mijn voornemen van vrijdag alweer bestempeld heb als idioot.
Misschien ben ik de idioot van dienst wel.

vrijdag 10 juli 2009

MAMA’S BEURT

Kun je geloven dat de zin me overvalt om mezelf eens op een potje buitenechtelijke seks te trakteren? Als hij het mag, waarom ik dan niet? Twaalf volle jaren (12!) ben ik zo trouw als een hond geweest. Al die tijd heb ik de mogelijkheid om vreemd te gaan zelfs niet éénmaal overwogen. Niet dat ik er nooit de kans toe gekregen heb. Onfatsoenlijke voorstellen zat. En dat niet alleen van oververhitte jongens in het park of op de tram, maar ook van bevriende collega’s op en naast de werkvloer, van geïnteresseerde heren in restaurants, cafés en cyberspace (waar ik voor het werk grote delen van mijn tijd doorbreng), en zelfs van knappe madammen met een voorliefde voor vrouwen. Maar de gedachte om zo’n kans te grijpen is me zelfs niet éénmaal door het hoofd geschoten. Dat was ‘not done’ in mijn belevingswereld.

Die belevingswereld heeft intussen wel een tsunami doorstaan en na het wegebben van het water ziet het landschap er heel anders uit. Ietwat bevreemdend, minder bekend maar zonder duidelijke grenzen. Misschien dat ik op het volgende voorstel wél inga. En zie wat er gebeurt. Hij beweert dat hij mij meteen zou vergeven als de rollen omgedraaid waren. We zullen zien…

NIJNTJE IN DE TENT

The bastard wil volgende week met kleine vogel gaan kamperen. Met het kleine iglotentje, waarmee we samen in vrolijkere tijden nog door Italië, Spanje en Frankrijk getrokken zijn. Zou goed klinken, als dat niet toevallig krak hetzelfde tentje zou zijn dat hij in 2002 (het jaar waarin hij samen met the bitch ging) meesleurde naar Werchter. Maar nee, daar was nooit iets in gebeurd hoor, want toen hadden ze beslist enkel haar tentje op te zetten voor hun zatte neukpartij. Dat was tenminste wat hij me later vertelde.
Waarom vond ik bij het preppen van de kampeerspullen op de bodem van het tentje dan toch een Werchter-flyer uit 2002?
Waarom sta ik er sowieso nog altijd versteld van dat ik op onwaarheden bots?
En waarom maakt dat mijn hoofd nog altijd zo triest en mijn hart zo koud?

vrijdag 26 juni 2009

MISERABELEMAMA

Als er geen kinderen in het spel waren, lagen de kaarten helemaal anders. Maar als iemand hier de dupe niet van mag worden, is het onze kroost wel. En als ik ervoor kies om met hem verder te gaan, moet ik me hier ook echt helemaal over kunnen zetten. Een leven vol wantrouwen kan niemand aan.

Maar hoe doe je dat? Bestaan daar handleidingen voor? Want ik knoei op dit moment maar aan en lijk niemand meer gelukkig te kunnen maken…

donderdag 25 juni 2009

WANNEER

Wanneer beslis je om 12 jaar zomaar in de vuilbak te gooien?
Nadat een eerste geheime afspraak met een vrouwelijke collega op een behoorlijk stomme manier uitkomt?
Nadat zijn minnares me verblijdt met een telefoontje omdat ze de behoefte voelt haar geweten te zuiveren?
Nadat hij zelf –in 3 stappen– het bedrog met haar toegeeft?
Nadat hij –nog veel later– vertelt dat hij ook –“Eén keer maar!”– een prostituee bezocht tijdens onze relatie?
Ik hou mijn hart vast voor meer bekentenissen.
En tegelijkertijd hoop ik dat er nog komen.
Zodat mijn beslissing gemakkelijker gemaakt wordt.

woensdag 24 juni 2009

MIJN BESTE VRIEND DE VIJAND

Het ergste is niet de seks. Seks op een ander, tja, leuk is het niet maar je gaat er niet kapot van. Het is niet zo dat het lijf van mijn lief mij toebehoort. Ik kan iemand niet verbieden te drinken, eten, denken, genieten… zonder mij.

Het ergste is in mijn ogen het verraad. De geheimdoenerij. De leugens. Het dubbelleven van iemand waarvan ik dacht dat ik hem van binnen en van buiten kende. Dat is wat pijn doet. Ik heb altijd aangenomen dat the bastard een open boek voor me was, maar boy wat heb ik me vergist. Niet alleen het voorbije verraad voelt aan als een messteek in mijn rug, ook de mogelijkheid dat hij nog altijd tegen me liegt en er geen enkel probleem mee heeft om weer een loopje met de waarheid te nemen. Iemand die zonder blikken of blozen tegen je kan staan liegen, kan je die ooit nog vertrouwen?

Daar vlak achter komt het feit dat ik ons hele leven samen ineens met andere ogen bekijk. Dat ik me begin af te vragen: “En toen, wat is er dan eigenlijk gebeurd?”, “Wanneer is hij naar haar toe geweest?”, “Wat deed ik op dat moment?”, en als klap op de vuurpijl “Zouden wij wel eens seks gehad hebben vlak nadat hij bij haar vandaan kwam?” Ineens ziet het verleden er niet meer uit zoals ik dacht en spelen er dingen mee die ik nooit vermoed had. Het keert al wat ik me herinner binnenstebuiten. Kan ik hierna ooit nog terug grip krijgen op ons?

Het feit dat hij me jarenlang bedrogen heeft met zijn “beste vriendin” doet er ook geen deugd aan. Ik geef toe, hun vriendschap heeft me altijd een misselijkmakend gevoel gegeven. De telefoontjes op momenten dat ik met vriendinnen uit eten was of boven lag te slapen, de bezoekjes over en weer waarvoor ik nooit een uitnodiging kreeg… Ik wist niet waarom, maar ik had het er niet mee. Toch heb ik me altijd vermand. “Kom Birdie, je bent een grote meid, jaloers zijn is voor trienen. Zet jezelf erover en move on. Hij heeft ook iemand nodig om mee te praten en dat dat toevallig een vrouw is, tja, dat hoeft niks te betekenen.” Maar zij deelde blijkbaar niet alleen zijn innigste geheimen, ze deelde ook zijn bed. Mijn buikgevoel was dus eigenlijk lang niet zo slecht.

En dan vraag ik me af wat ik in zijn leven eigenlijk beteken. Seks? Was beter op een ander. “Net als in de film”, denk ik dat de juiste bewoordingen waren. Auw. Praten? Zijn leven deelde hij met mij, maar zijn geheimen waren voor hààr oren. Liefde, affectie, steun? Schiet daar nog iets van over? Was ik dan enkel goed genoeg om zijn was te doen, zijn huis aan kant te houden en zijn kinderen op te voeden? Ach, ik weet dat ik het zo niet mag bekijken. Uiteindelijk heeft hij voor mij (ons?) gekozen, ondanks het feit dat zij hem blijkbaar meermaals gevraagd heeft bij haar in te trekken. Maar feit is wel dat ik me waardeloos voel...

donderdag 18 juni 2009

HOE 1 DRUPPEL EEN HALFVOLLE EMMER KAN LATEN OVERLOPEN

Vanochtend weer een knoert van een woordenwisseling gehad. Afijn, vooral hij heeft woorden geuit. Veel. En hard. En niet al te mooi. Ik zat babyvogel in bed haar ontbijtflesje te geven, en heb me onthouden van commentaar. Om 6u30 ’s ochtends is mijn grijze massa ook nog niet bepaald in staat tot het produceren van gevatte antwoorden.

En dat allemaal omdat ik zei dat ik vandaag de auto wilde nemen zodat ik de zieke babyvogel meteen na het werk bij oma en opa kon gaan oppikken. Of ik dat niet wat eerder had kunnen bedenken en –vooral- aan hem melden. Denk nu niet dat ik hem zonder boe of ba zonder vervoermiddel zette; het enige wat de boodschap inhield, was dat hij dan de vespa moest nemen in plaats van de auto. Met de huidige temperaturen niet echt een straf. Maar blijkbaar toch een probleem.

Toch vreemd hoe een ontdekking zoals degene die ik gedaan heb er ineens voor kan zorgen dat je bij elk akkefietje denkt: “Nu is de maat vol!” Alle dingen die je vroeger mateloos konden ergeren, maar die je toen zonder verdere boe of ba met de mantel der liefde bedekte, lijken nu plots stuk voor stuk redenen om hem te verlaten.

Onze relatie is nooit perfect geweest. En ja, ik heb er soms (vaak) aan getwijfeld. Maar de goeie punten haalden het altijd van de slechte, er waren meer goeie dan slechte tijden. Ruimschoots. Alleen is de balans nu ineens wel heel hard naar de andere kant doorgeslagen. En ik weet echt niet of we ooit nog op een punt zullen belanden waarop er meer evenwicht ontstaat, en (wie weet) een voorzichtige ommekeer.

Mijn huidige positie is een uiterst eenzame. Ik voel me alsof ik bovenop een berg sta te balanceren. Helemaal alleen. Terwijl de wind pogingen doet om me omver te duwen, probeer ik van bovenaf aanwijzingen naar beneden te schreeuwen. Alleen gaan veel van mijn woorden verloren en lijkt er beneden niemand echt geïnteresseerd. En die volle emmer water in mijn handen, die begint nu echt loodzwaar te worden.
Zorgt hij voor mijn evenwicht of haalt hij me uit balans?
Daar ben ik nog niet uit.

woensdag 17 juni 2009

THE BIRDS

Kleine vogel is er net 5 geworden. Een op hol geslagen botsbal die op iedereen een spervuur van kletspraat afvuurt en werkelijk o-ve-ral haar neus in steekt. Ze maakt me zo trots.

Babyvogel wordt deze week 10 maanden. Een wolk van een baby met een trucklading pit en een onweerstaanbare zestandige grijns. Ze maakt me zo blij.

The bastard zit aan de slechte kant van de 40. Bulderlachend, blauwogig, jongensachtig charmant, beschermend sterk en groot, vaak bot maar soms ook ontwapenend lief. Waarom maakt net hij me zo verdrietig?

Ik ben 30en-nog-wat. Diezelfde week dat ik te weten kwam wat er achter mijn rug allemaal gebeurd was, heb ik mijn eerste grijze haren ontdekt. De dagelijkse huilbuien (tijd zat tijdens mijn zwangerschapsverlof) en het chronische slaapgebrek zorgden ervoor dat ik me in de spiegel in één week tijd 5 jaar ouder zag worden.
En dat allemaal omdat hij zonodig nog eens “het gevoel wou hebben dat hij er 18 was”…

vrijdag 5 juni 2009

EEN HUIS VAN LIEFDE

Wij hebben ons nooit illusies gemaakt.

Het was tussen ons geen liefde op het eerste gezicht (toch niet van mijn kant). The bastard heeft me nooit doen denken aan een prins met een witte knol, er was geen sprake van blinde passie, en als je me 12 jaar geleden verteld had dat hij de man was waarmee ik ooit 2 kinderen zou verwekken, had ik je zowel vierkant als dubbel en dik uitgelachen. Hij was op zoek naar seks en affectie, ik wilde geluk en liefde. Ik vond niet meteen wat ik zocht, en hij zag in mij een uitdaging. We probeerden elkaar eens uit en tiens, het bleek te klikken.

En toch. Toch was er iets. Iets speciaals. Alleen van ons. We bleken beter bij elkaar te passen dan je op het eerste gezicht zou hebben gedacht (geloof me, als ik iedereen een pint zou moeten geven die indertijd zei dat hij niet bij me paste, zou ik blut zijn – én stiepelzat). We koesterden geen torenhoge, moeilijk in te lossen verwachtingen. We waren blij met wat we hadden en we bleken veel te hebben. We vonden dezelfde dingen leuk en waren graag samen, koesterden verlangens die samen dromen vormden, konden eindeloos met elkaar praten en lachen, en begrepen elkaar beter dan de meeste koppels. We maakten bijna nooit ruzie, slaagden erin om meningsverschillen op een volwassen manier uit te praten en maakten er een punt van om mekaar niet als vanzelfsprekend te beginnen zien. We waren simpelweg gelukkig. En zo zeemzoeterig verliefd op onze onverwachte compatibiliteit dat onze omgeving er kotsmisselijk van werd.

Tegen alle verwachtingen in (ook die van mij) bleven we bij elkaar. We gingen samenwonen, kochten een huis, begonnen een waanzinnige verbouwing. We maakten een prachtig kind, trouwden, verbouwden nog wat verder, besloten na lang aarzelen voor nog een baby te gaan… en we hielden oprecht van elkaar. Hij van mij, ik van hem, wij van onze kleine vogel, onze kleine vogel van ons, en iedereen van babyvogel … Ons huis, dat was er een van liefde.

Zet ons apart en je zou je ons nooit als koppel inbeelden. Maar als je ons samenbracht, onstond er iets. Een sfeer, een gloed, iets onbestemds. Een aura dat niet alleen ons, maar ook onze omgeving omgaf in een warm licht. Als ik niet zo’n doorgewinterde cynicus was, zou ik bijna durven opperen dat we voor elkaar geboren leken.

Dat dacht ik ooit. Nu weet ik het niet meer. Het enige dat ik wel weet is dat dat speciale gevoel weg is. Kwijt, foetsie, spoorloos, verschwunden.

Als bedrogene doorloop je blijkbaar verschillende fases. Ik heb er al verscheidene achter de rug en ben nu zover dat ik ‘m onlangs heb kunnen zeggen dat ik het hem vergeef. Veel van de dingen die we vroeger hadden, hebben we inmiddels geheel of gedeeltelijk terug. We kunnen terug praten met elkaar. Ik kan beleefd zijn, vriendelijk, zelfs lief. Ik kan belangstelling tonen en ook alweer bezorgd zijn. Ik kan zelfs terug over mijn lippen krijgen dat ik hem graag zie. Want dat is ook zo.

Maar die speciale draad die ons op onzichtbare wijze met elkaar verbond, die is weg. De warmte is weggesijpeld, het licht uitgefloept. De romantiek in onze relatie, die heeft the bitch eigenhandig de strot toegeknepen. En ik weet begot niet hoe we dat terug moeten halen. Hij durft niet meer romantisch te doen omdat hij al een paar keer met zijn kop tegen de muur gelopen is. Ik kan hem niet meer diep in de ogen kijken zonder the bitch daarin weerspiegeld te zien. Als we net lekker gevreeën hebben (jazeker, dat doen we dus nog wél, en met de nodige toewijding), heeft ze zelfs het lef om tussen ons in te komen liggen.

Onlangs waren we 12 jaar samen. Voor het eerst in onze relatie hebben we dat niet gevierd. Valentijn hebben we ook al geskipt dit jaar. Ik ben eens benieuwd of dergelijke dingen ooit nog voor ons weggelegd zijn.

Voor een buitenstaander lijken het misschien details. We praten, lachen, genieten van de zon en van de kinderen, wat the fuck wil je nog meer?
Wel, ik wil the lot. Ik wil romantiek. Liefde, lust, weten dat je bij elkaar blijft tot je krakkemikkig bent, passie met een grote P, een goeie verstandhouding, graag samen zijn, vanzelfsprekendheid zonder woorden. Doodgewoon geluk.
Want ja, nu pas besef ik dat ik dat allemaal wél had.

Maar was dat echt of toch niks meer dan louter een illusie?
Het is die vraag die me nekt.
Of beter gezegd: ons nekt.

woensdag 3 juni 2009

BITTERZOET

De geboorte van mijn tweede kind was een openbaring. Ik weet het, normaal gezien hoort die van je eerste kind dat te zijn. Maar toen
a) lag ik al 24 uur te wachten op ‘le moment suprême’ - waarbij ik eindelijk begon te beseffen waarom ze gynaecologen ook ‘verloskundigen’ noemen
b) was ik van mijn middel tot mijn tenen verdoofd en bij nader inzien denk ik dat mijn hoofd ook niet meer zo goed mee was
c) werd de vrucht van mijn lichaam op beestachtige wijze uit mij getrokken en geduwd door zowat 15 onuitgenodigde toeschouwers (oké ik overdrijf, het waren er maar 5 maar het voelde aan als 150)
d) werd er zo enthousiast met de kniptang gezwaaid dat ‘er een fontein van bloed uit mij spoot’ (heb ik van horen zeggen want echt helder was ik toen –gelukkig- niet meer) en dat mijn man (in een vorig leven nog bouwvakker geweest en dus heel wat gewoon) begon te zwijmelen als een hyperventilerende puber
e) werd het product van al die arbeid gedurende 2 minuutjes op mijn buik gelegd, waarna ze met één flukse zwaai 2 verdiepingen hoger in een plastic visbak belandde – om daar vervolgens 4 dagen lang vrijwel niet meer uit te mogen komen
Het leek toen alsof er niet zo heel erg veel veranderd was in vergelijking met de voorgaande 9 maanden, toen dat onwerkelijke creatuurtje nog in mijn buik rondzwom. Alleen was die buik ineens wel immens leeg (en een beetje blubberig, maar gelukkig had ik wel wat anders aan mijn kop dan me daarin druk te maken).

Nee, dan was de tweede ervaring toch iets heel anders. Oké, ook ditmaal moest dochterlief met behulp van een lepe vroedvrouwentruc aangespoord worden om het knusse (tweedehands)nest dat ze voor zichzelf gebouwd had te verlaten, maar meer dan een aanmoedigend porretje was ditmaal niet nodig. Nog geen 12 uur later bracht ik –geheel op eigen kracht, zonder enige toediening van pijnstillers of andere hutsekluts, en louter en alleen met behulp van mijn geesteskracht – ’s werelds mooiste baby ter wereld (ik weet dat iedereen dat beweert, maar bij mij was het écht zo).

Vijf volle weken bracht ik door op een roze wolk. Het druilerige regenweer (ondanks het feit dat het augustus was en dus hoog tijd voor zomer), het feit dat mijn pasgeborene aanvankelijk om het halfuur wilde eten en het bijbehorende geweeklaag toen bleek dat mama niet van plan was om de klok rond met blote borsten rond te lopen, de vermoeidheid eigen aan in piepkleine stukjes gebroken nachten, de goedbedoelde bemoeienissen van mijn schoonfamilie – niks kon me eraf halen. Ik straalde. Ik genoot. Ik lachte tot mijn mondhoeken ervan scheurden.

Tot ik op een avond telefoon kreeg. Van een oude vriendin van mijn man. Degene met wie ik hem ooit nog naar Werchter had laten gaan. Zij wist me poeslief te vertellen dat zij al jarenlang achter mijn rug seks met hem had. De roze wolk scheurde alsof ze puur uit suikerspin bestond en de wereld viel op mijn kop. Of was ik het die gewoon kop eerst naar beneden viel? Doet er niet echt toe, het resultaat blijft hetzelfde. Mijn leven zou nooit meer hetzelfde zijn.

Intussen zijn we 8 maanden verder en probeer ik mijn leven herop te bouwen. Simpel is dat niet. Ook al omdat ik besloten heb dat ik the bastard nog een kans wil geven – vooral omdat ik mijn kinderen niet zonder goede reden een vader en een ‘normaal’ familieleven wil ontzeggen – en ik me dus me min of meer gebonden voel aan een misplaatst soort zwijgplicht. Als ik iedereen zou inlichten, zou een leven samen praktisch onmogelijk worden. Mensen die denken hun mening eens even snel door zijn (onze?) strot te moeten rammen, de kans dat mijn vader in een vlaag van ridderlijkheid voor mij op de vuist zou gaan (met alle gevolgen vandien voor die lieve opa – hij is niet meer van de jongste en the bastard is een goeie kop groter), het risico dat iemand het ooit toch eens in zijn kop zou kunnen halen er iets van tegen mijn kinderen te zeggen, …

Dus slik ik, worstel ik, huil ik, baal ik, roep ik, schreeuw ik binnensmonds en probeer ik mezelf en onze relatie in mijn eentje heruit te vinden. Omdat ik het gevoel heb dat de miserie zich een beetje te behaaglijk in mijn maag aan het nestelen is en eigenlijk altijd van mening geweest ben dat opgekropte negativiteit alleen nog maar meer ellende kan veroorzaken, dacht ik dat het misschien wel een goed idee was om alles van me af te schrijven. Bij deze. Verwacht geen vrolijke verzinsels (al zullen die er wellicht ook zijn), dit is een plek voor pijn, woede, gemis, acute aanvaringen met de realiteit, tristesse en wie weet ook troost.

Een eerste stap naar verlossing? Als dat eens kon...

vrijdag 29 mei 2009

DE STRUISVOGEL

Vijf minuten.
Zolang duurde het om mijn leven volledig op zijn kop te zetten. Eén telefoontje volstond.

Elf-en-een-half jaar.
Al die tijd leefde ik in een zeepbel. Tot dat ene telefoontje.

Hoe reageer je als je te horen krijgt dat je man er al jarenlang een minnares op nahoudt? Die dan nog eens poeslief beweert dat zij niet de enige was. En dat terwijl je toevallig net zijn tweede kind gebaard hebt…

Hij is the bastard. Zij the bitch.
En who the fuck ben ik nog?