maandag 28 september 2009

VERZOEKNUMMER

Ik HAAT mezelf

Omdat ik ergens, diep vanbinnen, altijd al wist dat er iets fishy was aan heel hun vriendschap, maar dat buikgevoel nooit betrouwd heb.
Omdat ik ze hierdoor kansen geboden heb die er anders niet geweest waren.
Omdat ik ooit, lang geleden, eens een telefoontje heb afgeluisterd tussen haar en the bastard, maar niet lang genoeg gewacht heb tot ze in intimiteiten vervielen. (Ik betreur m.a.w. niet dat ik hen afgeluisterd heb, maar wel dat ik het niet lang genoeg volgehouden heb)

Omdat ik, ondanks mijn buikgevoel, er een punt van gemaakt heb om mijn huis voor haar open te stellen en haar welkom te heten.
Omdat ik me er schuldig over voelde toen ik er maar niet in leek te kunnen slagen om de spanning die haar bezoek met zich meebracht te laten verdwijnen.

Omdat ik het maar niet lijk te kunnen laten haar naam te googelen op zoek naar een teken van leven.
Omdat ik haar dus niet zomaar van mijn harde schijf lijk te kunnen wissen.
Omdat ik haar niet uitgehoord of uitgescholden heb toen ik er de kans toe had, maar dichtklapte telkens ik haar stem hoorde.
Omdat ik de moed maar niet lijk te kunnen vinden om de telefoon te nemen, haar (inmiddels geheime) telefoonnummer in te toetsen en dat alsnog te doen.

Omdat ik zelfs niet één keer serieus woedend ben kunnen worden op the bastard maar al die kwaadheid binnenwaarts gekeerd heb.
Omdat ik hem niet verrot geslagen heb toen hij me erom vroeg.
Omdat ik niet tegen de gedachte kan dat ik zonder hem verder zou moeten.
Omdat mijn hart een ijspegel geworden is en ik me afvraag hoeveel ik nog écht kan voelen.

Omdat ik blijkbaar niet genoeg was (ben?) om mijn vent geboeid te houden.
Omdat ik in mijn eigen ogen gefaald heb door zijn fout hoewel ik intussen eigenlijk wel weet dat het niet mijn falen was maar het zijne.
Omdat ik blijf zitten met een hoop onbeantwoorde vragen waarop ik nooit, van niemand een bevredigend antwoord op zal krijgen.
Omdat ik degene ben die blijft zitten met de brokstukken, in mijn leven en mijn ziel.
Omdat ik troost gezocht heb waar ik wist dat ik hem niet moest zoeken: in drank en aanverwanten.

Last but surely not least: omdat ik altijd al een hekel heb gehad aan haar smoelwerk maar daar nooit één ferme lap op gegeven heb.

Voilà, op aanvraag, een kleine greep uit het arsenaal aan redenen om mezelf te haten.
En vóór u het vraagt: ja, ik haat ook hèm.

woensdag 16 september 2009

ZIJ

Ik HAAT the bitch.

Om wat ze met hem uitspookte terwijl ze ook mij heel goed kende.

Omdat ze het waagde na de geboorte van ons eerste kind bij ons thuis op bezoek te komen en een rotkadootje mee te brengen dat ik niet eens wilde maar waarvoor ik wél dankbaar moest zijn.

Omdat ik dacht dat de spanning die ons huis toen vulde volledig aan mij te wijten was en ik me daar schuldig over voelde.

Om haar kuttiming, die haar aanspoorde alles op te biechten toen ik amper 5 weken bevallen was van ons tweede kind en dus extra kwetsbaar was door al die hormonen die door mijn lijf raasden.

Omdat ze dit enkel en alleen deed om ons uit elkaar te drijven, zonder ook maar 1 seconde stil te staan bij wat dit zou kunnen betekenen voor onze kinderen. Hààr kinderen bleven buiten schot.

Omdat ik het maar niet lijk te kunnen laten haar naam te googelen op zoek naar een teken van leven, hoewel ze cyberspace en ons leven verliet zonder één spoor na te laten.

Omdat ik haar dus niet zomaar van mijn harde schijf lijk te kunnen wissen en dat me vreselijk frustreert.

Omdat 16 september voortaan voor mij altijd gelinkt zal zijn aan dat ene moment, één jaar geleden, toen ik, nog high van mama-endorfines, mijn hele wereld in elkaar zag stuiken en bleef zitten met de brokstukken van een zorgeloos bestaan.

woensdag 9 september 2009

GROEI GROEI GROEI

De waarheid is dat het tussen mij en the bastard de laatste tijd behoorlijk goed gaat. Na inktzwarte periodes van vervreemding, onbegrip, pijn, woede, verdriet, zwelgen in bier en wijn en alles wat er verder maar voorhanden is, wrok en afkeer … is er berusting gekomen. Aanvaarding. Relativering.

We hebben elkaar terug ontmoet, iets verder dan halverwege.
En deze ontmoeting bleek… aangenaam. Een bewijs dat ik me de band die tussen ons bestaat niet heb ingebeeld, ondanks wat ik het afgelopen jaar allemaal gedacht heb. En dat die band de tsunami overleefd heeft, ondanks wat ik verwacht had.

We beginnen elkaar opnieuw te leren kennen, doen ons best om de harmonie terug te vinden, proberen de draad op te pikken waar we hem verloren zijn. Niet simpel, maar toch heb ik het gevoel alsof er een ondraaglijk zware last van mijn schouders af gevallen is. Feit is dat de reis me weer een stuk beter afgaat.

Is this it, dan?
Zijn we erdoor?
Gaan we de eindstreep halen?
Dat weet ik niet. De tijd zal het uitwijzen.

Ik weet wel dat ik het gebeurde nooit meer zal vergeten en dat ik een stuk naïviteit verloren ben. Een brok gerustheid ook. Een portie vanzelfsprekendheid. Een hele hoop vertrouwen. Misschien zelfs een stukje van mijn hart.
Maar wie weet, wellicht kan daar ooit iets anders voor in de plaats komen. Misschien is dat zelfs al aan het gebeuren…

Ik ben gegroeid.
In emotioneel opzicht.
En alle groei is goed.
In het leven kan je alle kruimeltjes wijsheid gebruiken die je op je pad tegenkomt.
En ik heb heelder boterhammen vergaard.
Dan komt er dus toch nog iets goeds voort uit deze helse episode…

donderdag 3 september 2009

OPNIEUW LEREN VLIEGEN

Hier schrijven is dubbelzinnig geworden. Enerzijds moeite doen om een relatie uit het slop te halen, anderzijds blijven hangen bij de negativiteit, het brengt je geen stap vooruit. En dat is net wat ik wil, uit deze kuil geraken die me al zo lang het zicht lijkt te ontnemen op het echte leven dat rondom mij gewoon verder gaat en op het pad dat ik aan het bewandelen was toen de grond onder mijn voeten wegzakte. Ik heb de waarheid over ons leven vernomen op 16 september, nu bijna een jaar geleden, het wordt tijd om dingen te gaan begraven voor de rottende stank me bedwelmt. Als ik kans zie de kuil achter me te laten blijkt ze misschien net groot genoeg om alles in te dumpen en keurig netjes met aarde te bedekken. Zodat er iets nieuws kan groeien. Iets onverwachts. Wie weet, misschien wel iets moois?

Tijd heeft invloed op alles en iedereen, en de vrouw van nu is iemand anders dan het meisje dat ik vorig jaar nog was. Toen de hemel op mijn kop kwam vallen. Toen ik elk moment van de dag hoopte dat er iemand, eender wie, uit het niets zou opduiken die zou roepen “Verborgen camera, was dit niet om je te bescheuren?!” Toen ik babyvogel volledig gebroken en in een waas van tranen (ik, niet zij) voor het eerst in de crèche moest achterlaten. Toen ik me met de moed der wanhoop naar kantoor sleepte en vijf keer per dag naar het toilet moest racen om mijn hete tranen te verstoppen. Toen ik niet naar mijn kinderen kon kijken zonder mijn maag te voelen verkrampen van pijn, onbegrip en woede. Toen ik radeloos en met mijn hart op het puntje van ontploffen deze blog begon. Toen ik op zoek blééf gaan naar dingen die me uiteindelijk alleen maar ongelukkig maakten.

Ik heb (relatieve) rust gevonden; troost en steun in een nieuwe vriendschap met iemand die niet één maar twee keer in dezelfde positie verkeerd heeft; vrede met de wereld en in zekere mate zelfs met mezelf. Het leven heeft me enkele belangrijke lessen door de strot geramd en ik heb eindelijk de tijd genomen om te luisteren. Zoals het feit dat ik zelf de bron was van de negativiteit en stress waaraan ik zo wanhopig probeerde te ontsnappen. Dat ik de weg naar mijn eigen genezing blokkeerde door me vast te houden aan denkwijzen en gedragingen die me meer schade berokkenden dan dat ze me hielpen. Dat mijn pijn en woede me nergens brachten, en dat het tijd werd om ze te rusten te leggen en een nieuwe weg in te slaan. Dat ik de verleiding moest weerstaan om een slachtoffer te blijven en moest kijken naar wat ik kan doen in plaats van verstrikt te blijven zitten in onbegrip, angst en beschuldigingen. Dat ik me moest omringen met mensen die het beste in me naar buiten brengen en die voorkomen dat ik binnenin verdroog en verkruimel. Dat ik genoeg integriteit moest leren op te brengen om op de best mogelijke manier voor mezelf te zorgen, omdat niemand er wat aan heeft als je je krachten laat wegsijpelen. Dat ik me moest zien te herinneren wanneer ik het meest gelukkig was, het meest tevreden, het meest vredevol, en dat ik mezelf tijd en toestemming moet geven om te genieten van de dingen die mijn hart doen zingen. Dat ik de stemmen in mijn hoofd moest muilkorven die me willen doen geloven dat ik altijd faal en dat ik het niet waard ben. Dat ik best wel hulp kan en mag vragen. Dat ik moest leren ontvangen. En dat ik me open moest stellen voor de komst van betere tijden.
Omdat die écht wel zullen komen.